Jong geleerd is….
Als baby ‘stond’ Sandor al op het korfbalveld van VES. Zijn ouders korfbalden en deden veel voor de vereniging, die in 1990 fuseerde met PAMS tot Futura. Sandor bracht het als speler tot het 1e van Futura. Hij geeft vanaf zijn 16e al training aan de jeugd en is inmiddels 27 jaar bondscheidsrechter.
Bouwen aan Dunas
“Van jongs af aan heb ik commissiewerk gedaan”. Dat begon met de ledenwerfcommissie bij VES. En ook bij Futura heb ik in vele commissies en in het bestuur gezeten.
Vanwege mijn gezin ben ik er een paar jaar tussenuit geweest, maar 6 jaar geleden ben ik weer in de technische commissie (TC) gestapt. Ik was dus vanaf het begin nauw betrokken bij het fusieproces tussen Dubbel Zes en Futura.
Ik kijk terug op een geslaagde fusie, met name omdat ik zoveel positieve energie in de vereniging zie. En dat ondanks of misschien wel dankzij een moeilijke start door de Corona-tijd. Dat waren twee bijzondere jaren, waarin we gelukkig veel leden hebben weten te behouden. Een ander succes vind ik dat er oud leden (van zowel Futura als Dubbel Zes) weer zijn komen spelen bij Dunas, waardoor we nog steeds vijf seniorenteams hebben. De afgelopen jaren hadden we geen aanwas vanuit de jeugd, de komende jaren verwacht ik dat wel. Het zou mooi zijn als we groeien naar zeven senioren teams. Heel belangrijk om een groeiende jeugdafdeling te kunnen blijven bemannen.”
Aandacht voor fluiten en spelregels
De komende tijd gaat Sandor zich toeleggen op het opleiden van jeugdwedstrijdleiders en scheidsrechters. “Ik heb het zelf altijd heel leuk gevonden om wedstrijden te fluiten. Ik heb veel mogen fluiten in de Overgangsklasse en de Reserve Korfbal League (hoogste klasse voor 2e teams). Bij de jongste jeugd leid ik de wedstrijd anders dan bij junioren of senioren. Bij de kleintjes praat ik veel tegen de spelers om het spel aan te leren (loop vrij, blijf bij je tegenstander, zet je goede been voor, enz). Bij senioren hou ik van tempo houden en geef ik graag “voordeel” waar het kan. Ik let meer op de fysieke duels en vaak wat minder op een stapje extra met de bal. Iedere scheidsrechter heeft zo zijn eigen stijl. Bij mij mag er best wat gezegd worden (ik weet hoe ik als speler ben ...), maar ik heb de fluit en dat laat ik wel duidelijk merken.”
Terugkijken op JTC tijd
Sandor was voorzitter van de JTC. Hij was aanspreekpunt voor het bestuur, maar ook voor de trainer van de selectie. Daarnaast werkte hij met een heel team van betrokken vrijwilligers aan tal van taken waaronder contact met de bond, het indelen van de thuiswedstrijden voor start competitie, het wekelijks opstellen van de scheidsrechters en jaarlijks het samenstellen van de nieuwe teams. ”Dat laatste is een enorme klus, elk jaar weer. Hoewel we echt ons best doen, kunnen we niet iedereen blij maken. We steken hier altijd enorm veel tijd in, maken afwegingen, proberen te verwachtte problemen vooraf te tackelen door gesprekken aan te gaan, maar er gebeurt altijd wel iets waar we niet op rekenen. Dat vind ik best frustrerend. Ik ben zeker 10 uur per week kwijt aan mijn werk voor de JTC, naast het fluiten en training geven/coachen. Ik kan niet alles blijven doen, vandaar dat ik stop bij de JTC als voorzitter.”
Het blijft leuk
Als laatste vragen we Sandor wat hij na 45 jaar nog altijd zo leuk vindt aan korfbal. “Het feit dat je elkaar nodig hebt om tot een prestatie te komen, dat vind ik het allermooist. Je kan niet zonder je medespelers. Zelf vind ik het ontregelen van het spel van de tegenstander, in feite dus het verdedigen, het mooist. Als scheidsrechter leid ik het spel graag in goede banen, maar als speler mag ik graag de boel verstoren en de ander op het verkeerde been zetten. Beide vervelen me nog lang niet.”